FAQ

Wat is de termijn om in beroep te gaan tegen de weigering van een omgevingsvergunning?

De beroepstermijn is afhankelijk van de instantie waarbij het beroep moet worden ingesteld.

Gaat het om de weigering van een vergunning in eerste aanleg door het college van burgemeester en schepenen. Dan geldt er een termijn van dertig dagen om beroep aan te tekenen bij de deputatie.

In het geval er beroep moet worden ingesteld bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, bedraagt de termijn vijfenveertig dagen.

Dit zijn strikte vervaltermijnen. Het niet respecteren van de beroepstermijn kan bovendien niet worden rechtgezet. Informeer u daarom tijdig over de beroepsmogelijkheden wanneer u wordt geconfronteerd met een vergunningsweigering.

Wat is vermoeden van vergunning?

Het vermoeden van vergunning is een juridische mogelijkheid waarbij een gebouw of constructie vermoed vergund wordt zonder dat er een schriftelijke vergunning voorhanden is. Dit is vooral relevant bij historische situaties die vaak nog dateren uit een periode waar er nog geen vergunningplicht was.

Er zijn twee soorten vermoedens. Een onweerlegbaar vermoeden van vergunning voor constructies van vóór 22 april 1962 en een weerlegbaar vermoeden voor constructies die dateren van vóór het gewestplan. Om op het vermoeden van vergunning beroep te kunnen doen moeten een aantal voorwaarden vervuld zijn en moet worden aangetoond dat constructie dateert van vóór de betreffende scharnierdatum.

Tegen de opname in het vergunningenregister alsook tegen de weigering tot opname wegens vermoed vergund, is beroep mogelijk bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Hoe lang duurt een procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen?

De doorlooptijd van een dossier bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen is afhankelijk van tal van factoren. Aan de ene kant zijn er de wettelijk vastgelegde proceduretermijnen. Dit zijn onder andere de termijnen die partijen krijgen om te reageren op elkaars argumenten. Daarnaast hangt veel ook af van het soort procedure dat wordt ingesteld. Men kan niet alleen de vernietiging vorderen van een beslissing maar in sommige gevallen ook de schorsing ervan bij hoogdringendheid of zelf bij uiterst dringende noodzakelijkheid vorderen. De keuze van het soort procedure kan invloed hebben op de doorlooptijd.

Over het algemeen kan echter worden aangenomen dat de doorlooptijd tegenwoordig gemiddeld een twaalftal maanden bedraagt.

 (bron: DBRC-jaarverslag, www.dbrc.be)