Nieuwe kortgedingprocedure bij de Raad van State

Op 1 januari 2025 is de nieuwe procedure in werking getreden voor het kort geding voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Hiertoe is artikel 17 RvS-wet gewijzigd en is het vroegere procedurereglement kort geding van 5 december 1991 vervangen door het koninklijk besluit van 19 november 2024.

Op kortgedingprocedures ingesteld vóór 1 januari 2025 blijft de oude procedure van toepassing.

De nieuwe regeling omvat enkele markante veranderingen. Zo is voortaan het gebruik van de elektronische procedure verplicht voor partijen die zich laten bijstaan door een advocaat. De elektronische procedure bestond ook voordien al, en is bij de meesten goed ingeburgerd maar dit wordt nu verplicht gesteld voor partijen met een advocaat. Partijen zonder advocaat behouden de keuze om de elektronische procedure te gebruiken of eventueel analoog de procedure te voeren.

Voorts wordt de procedurekalender ingevoerd. Dit is een nieuw instrument aan de hand waarvan zal de Raad van State bepalen wanneer partijen hun nota’s kunnen indienen en op welk ogenblik de zitting zal plaatsvinden.

Het doel van al deze maatregelen is om de kortgedingprocedure te optimaliseren en een aanpak op maat van de urgentie mogelijk te maken.

Next
Next

Feitelijke kennisname als start voor de beroepstermijn bij registratiebeslissingen.